vrijdag 29 juni 2012

Ot en Sien


Ot en Sien

Ik was direct terug op mijn vertrouwde plek in de klas, 3e bankje, rechterrij.

Op de kleuterschool speelden we 'zakdoekje leggen'. We gingen dan naar buiten en werden zorgvuldig door de kleuterjuf in een grote kleurige kring gerangschikt. Daar speelden en zongen we in het warme Paramaribose zand op de Zinniaschool, net zoals onze helden van een jaar later, Ot en Sien maar dan in koude sneeuw en regen, in een ver land.

In de eerste klas leerden we rekenen, lezen en schrijven. De leeslessen lieten op mij de meeste indruk achter, en niet in het minst omdat ik betoverd werd door Ot en Sien. Twee Nederlandse kinderen die opgroeiden en speelden in een cultuur en klimaat waar wij in het tropische Suriname geen weet van hadden. Kortgeleden kreeg ik een oud maar mooi, ingebonden boek in handen waarin mijn prille leeservaringen nog net zo stonden als in de leesboekjes 42 jaar geleden. Ook de vriendelijkheid van Cornelis Jetses' illustraties was als altijd meer dan het feest der herkenning. Generaties zijn opgegroeid met Jetses, in vele vormen en maten; niet in een boek dan wel aan de muur. Soms vergeeld en beschadigd maar gekoesterd.
Ik was direct terug op mijn vertrouwde plek in de klas, 3e bankje, rechterrij.  Niemand trok zich iets aan van het cultuurverschil of van het feit dat geen van de 6-jarigen wist wat sneeuw was, hoe de winter voelde en rook. Er waren toen nog nauwelijks methodes die gericht waren op onze eigen tropische leefomgeving. Wij koloniekinderen werden geacht alles te leren over ons moederland, althans wat in datzelfde moederland eigenlijk al heel lang verouderd en achterhaald was. Met veel respect en ontzag werd er door mijn (groot)ouders, ooms en tantes gesproken over Nederland - sommigen noemden het quasi liefkozend Europa - over de studies die ze er hadden gedaan en de mensen die er vandaan kwamen. Vol gretig enthousiasme lazen we om de beurt dapper een paar zinnen op en waren nieuwsgierig naar hoe het avontuur waarin Ot en Sien deze keer verzeild waren geraakt, zou aflopen.

Met het idee dat er altijd sneeuw lag waar je naar hartelust in kon rollebollen en ravotten, was ik zwaar teleurgesteld toen we, eenmaal geland op Schiphol, het prachtigste augustusweer troffen. Wat was er dan zo bijzonder aan Nederland als de beloofde sneeuw er niet lag?