woensdag 18 juli 2012

Negen jaren zijn voorbij


Ik moest je aanraken om overtuigd te worden van mijn grootste angst, jouw dood.

Eigenlijk hecht ik weinig waarde aan data in die zin dat ik leuke of niet leuke gebeurtenissen niet koppel aan de datum waarop ze zijn gebeurd. Toch heb je vandaag, 18 juli 2012 al meerdere keren mijn dag doorkruist. Misschien speelt er zich op onbewust niveau veel meer af dan ik kan of wil weten. Vandaag is je sterfdag realiseerde ik me met een schok toen ik voor de zoveelste keer iets uit mijn handen liet vallen.

Wij met onze Surinaamse achtergrond hadden altijd al wat meer van die quasi bijgelovigheden. Ik zeg expres quasi omdat jij de laatste zou zijn die daar iets van moest hebben. Maar zo overtuigd Christelijk als je in hart en ziel was, prikte je net zo makkelijk zachtjes in mijn arm met de naald die je zojuist gebruikt had om een knoop aan te zetten en zei: "Ie no dede k'ba" - je bent nog niet dood. Knopen aanzetten als de persoon de kleding nog aan had deed men alleen bij overledenen maar in alle drukte van het eenouder huishouden moest het soms dan toch even snel, maar wel met de nog-in-leven-zijn verklaring. Er waren meer inheemse feitjes en weetjes die je ons vertelde en namen we zo nog wat gevoel over van onze oorsprong, ondanks je missie ons, jouw kinderen, zo volledig mogelijk te laten integreren en ons hier in Nederland opnieuw te laten wortelen.

Verdriet en ontzetting had ik nooit groter en scherper gevoeld dan toen ik je 's middags terug zag op het ziekenhuisbed. Je sliep leek het maar dat was natuurlijk niet zo. Ik moest je aanraken om overtuigd te worden van mijn grootste angst, jouw dood. 's Morgens op weg naar de operatiekamer had ik nog het dekentje over je heen getrokken toen je halfverdoofd mijn hand pakte en zei dat je het koud had. Nu negen jaar later dringt je sterfdag zich aan me op in allerlei vormen. Ik mis je, na al die jaren mis ik je, meer dan de voorgaande jaren lijkt het. Elk rouwproces heeft een eigen gang. Het is niet te vangen of te beredeneren. Zoveel had ik je nog willen vragen en vertellen maar het was genoeg geweest vond het leven.

Nu koester ik dankbare herinneringen aan onze slappelach sessies in de keuken. Herinneringen aan als we samen stil jouw thee dronken. Alleen het theelichtje brandde. Buiten een schemerige namiddag. Jij in je schommelstoel genietend van je rozentuin.

vrijdag 13 juli 2012

De kunst van het gevecht


Wat wij van hem leerden had niets met geweld te maken.

Nergens heb ik meer geleerd zachtheid en respect voor anderen te krijgen en delen dan in de dojo bij ome Siem, onze sensei. Hier werd ik de afgelopen week onverwacht aan herinnerd door een zg. tv-deskundige die de plank volledig missloeg door vechtsport agressief te noemen en niet de juiste manier om gepeste kinderen meer zelfvertrouwen te geven.

Jaren na onze landing in 1972 op Schiphol werd ik als tiener gegrepen door de serie Kung Fu. Ik viel als een blok voor de mysterieuze sfeer die eromheen hing. De altijd stille wateren, diepe gronden boeiden me eindeloos. Met hun stoere eenvoud en intrigerende rituelen werd voor mij een nieuwe wereld geopend. David Carradine zwierf door woestijnen, steden, bergen en werd telkens opnieuw gedwongen zichzelf te redden uit de handen van de slechteriken. Voorafgaand aan zo'n gevecht zag je flashbacks, herinneringen aan lessen door zwijgzame, soms blinde monniken die van hem een ook zwijgzame maar rusteloos rondtrekkende monnik hadden gemaakt. Er werd weinig gesproken en als een van de monniken iets zei waren de weinige woorden in mijn ogen prachtige wijsheden die me diep ontroerden. Hoe meer woorden des te ingewikkelder zal de filosofie wel zijn geweest, in zekere zin waar. De verfilming van de gevechten was zodanig gedaan dat je het wel mooi moest vinden, een kunst, martial art. Er werd eigenlijk niet gevochten maar verdedigd, het liefst ontweken.

En dat gold ook in de dojo bij sensei Van den Nieuwendijk. Wat we van hem leerden had niets met geweld te maken. Zoals zoveel andere jonge budoka's voelde ook ik aanvankelijk een zekere stoere agressie. Deze agressie werd fijntjes boven water gehaald en aan de kaak gesteld. En in de vechtsport heb ik geleerd onzekerheid en agressie om te buigen en juist zo zelfvertrouwen op te bouwen en me eigen te maken. Natuurlijk leken de dromerige Kung Fu avonturen in de verste verte niet op ome Siems karaterealiteit maar de overeenkomst was duidelijk: geen geweld en geen agressie! Het was zelfs zo dat degene die de sport buiten de sportschool ge(mis)bruikte de kans liep de toegang tot de school ontzegd te worden.

Het staat een ieder vrij zelf te interpreteren maar in alle oprechtheid ben ik het oneens met de stikker 'agressie' die zo gemakkelijk wordt geplakt op het voorhoofd van de vechtsport. Dit is pertinent kortzichtig en vooral onwaar!

vrijdag 6 juli 2012

Hanika


De fichten top van de body is door de jaren heen donkergeel verkleurd, eigenlijk mooier geworden.

Soms duurt het weken, maanden, maar telkens weer word je als door een magneet terug gelokt door het nylon, haar warme, zachte, ietwat nasale klank. Als jij dat wil kan ze brullen, spinnen, snikken.


Intussen heb je de Hanika weer in de hoek gezet. De fichten top van de body is door de jaren heen donkergeel verkleurd, eigenlijk mooier geworden. Zoals de jaren mensen kleuren, littekens geven en een karakter kneden. Op de Hanika deed je lang geleden de voorbereiding voor toelating tot het conservatorium. Het kwetsbare hout overleefde de gevaarlijke reis als illegale verstekeling in een grote vrachtwagen uit het toenmalige Oost-Duitsland. Getalenteerde studenten van Wim Pfister werden zonder tegenspraak voorzien van een Hanika. Het conservatorium, dat wilde je helemaal niet. Wat had het conservatorium te maken met liedjes schrijven? Je schreef liedjes, niet meer niet minder. De zachtheid van het nylon in combinatie met een krachtige klankkast bood veel mogelijkheden maar meestal koos je ervoor om er zachtjes op te tokkelen. Je had liever niet dat er meegeluisterd werd. Gitaarspelen legt je ziel bloot, zingen is nog intiemer. Hoe vaak toch heb je opgetreden door de jaren heen, je ziel blootgegeven? Op een podium lijkt het minder erg, vooral als het publiek luistert en meeleeft. Fijn publiek mag met je delen.

Optreden met de Hanika was echter eenmalig en wel op een rampzalige voorspeelmiddag van de muziekschool op een zonnige zondagmiddag. Blije, soms nog net in luiers ingepakte zusjes en broertjes van de andere zenuwachtige deelnemers sprongen en gilden onbevangen rond op de holle, houten vloer. Het was vrijwel onmogelijk je zachte, akoestische instrument goed hoorbaar te maken. In de loop van de tijd dienden zich mogelijkheden aan om versterkt te spelen. Akoestisch, elektrisch, analoog, digitaal, je hebt het allemaal geprobeerd, aangeschaft en soms weer weggedaan. Van klein naar groot, steeds groter en dan in een terugverlangen weer naar klein en subtiel. Een wetmatigheid lijkt het, getuige de vele unplugged versies en sessies van soms als luidruchtig bekend staande artiesten.

De Hanika staat daar steeds weer geduldig in de hoek en wacht trouw tot haar zachte nylon je muzikale hart mag vullen met nieuwe ideeën. Misschien zullen ze ooit voor een fijn publiek ten gehore worden gebracht want intiem zijn met een fijn publiek is het mooiste dat je ooit is gegeven.

http://www.hanika.de/